Uitspraak
[verzoeker/eiser] , te [woonplaats] ,
het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, het college
[derde-partij] B.V., te [vestigingsplaats] (vergunninghoudster).
Rechtbank Den Haag
Op 8 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eiser, vertegenwoordigd door mr. ir. W. Jackman, een voorlopige voorziening heeft verzocht tegen de vergunning die het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland had verleend voor de bouw van vier woningen nabij een Natura 2000-gebied. Eiser stelde dat de stikstofdepositie tijdens de bouwfase ten onrechte niet was meegenomen in de beoordeling van de vergunningaanvraag. De voorzieningenrechter oordeelde dat de stikstofdepositie, die tijdens de bouwfase zou optreden, niet buiten beschouwing had mogen worden gelaten, en dat het bestreden besluit om deze reden niet met de vereiste zorgvuldigheid tot stand was gekomen. De voorzieningenrechter heeft het college in de gelegenheid gesteld om de gebreken in het besluit te herstellen en heeft de werking van de vergunning geschorst tot de einduitspraak in de bodemprocedure. Eiser heeft recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten, die door het college moeten worden betaald. De voorzieningenrechter heeft de termijn voor herstel van de gebreken vastgesteld op acht weken en heeft bepaald dat het college binnen twee weken moet meedelen of het gebruik maakt van de gelegenheid om de gebreken te herstellen.