ECLI:NL:RBDHA:2023:11939

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.20747
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van asielaanvraag van transgender statushouder met betrekking tot interstatelijk vertrouwensbeginsel en kwetsbaarheid in Italië

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres, een transgender statushouder van Syrische nationaliteit, tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 12 juli 2023 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres internationale bescherming geniet in Italië. De rechtbank behandelt het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening, waarbij eiseres en haar gemachtigde, samen met de gemachtigde van de staatssecretaris, aanwezig zijn.

De rechtbank concludeert dat eiseres onvoldoende concrete aanknopingspunten heeft aangedragen om aan te nemen dat Italië zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De staatssecretaris heeft terecht gesteld dat eiseres niet als bijzonder kwetsbaar kan worden aangemerkt, ondanks haar transgenderidentiteit. De rechtbank benadrukt dat statushouders dezelfde rechten hebben als onderdanen van de statusverlenende lidstaat en dat het aan eiseres is om deze rechten te effectueren.

Eiseres heeft niet aangetoond dat zij niet in staat is om haar rechten in Italië te effectueren, noch dat zij psychische problemen heeft die haar zelfredzaamheid in gevaar brengen. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris niet hoefde te concluderen dat eiseres bijzonder kwetsbaar is, en dat de asielaanvraag terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt het bestreden besluit, zonder proceskostenvergoeding voor eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.20747

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

geboren op [geboortedatum] ,
van Syrische nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. A.A. Wildeboer).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag van 5 maart 2023. De staatssecretaris heeft deze aanvraag in het bestreden besluit van 12 juli 2023 niet-ontvankelijk verklaard. [1]
1.1.
De rechtbank heeft het beroep, samen met het verzoek om een voorlopige voorziening, op 3 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden die door eiseres naar voren zijn gebracht. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het bestreden besluit
3. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag van eiseres niet-ontvankelijk verklaard omdat eiseres internationale bescherming heeft in Italië. Volgens de staatssecretaris heeft eiseres daardoor een zodanige band met Italië dat het voor haar redelijk is om naar dat land toe te gaan. Verder heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat ten aanzien van Italië niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan en dat Italië zijn internationale verplichtingen tegenover eiseres niet nakomt.
4. Eiseres voert aan dat ten aanzien van Italië niet langer kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiseres is als zichtbare transgender bijzonder kwetsbaar en heeft medische zorg nodig. Eiseres heeft in Italië te maken gehad met bedreigingen en geweld en werd in een opvang met mannen geplaatst. Later werd haar opvang beëindigd. Eiseres heeft geprobeerd hulp in te schakelen voor haar problemen, maar dat is haar niet gelukt. Het betoog van eiseres slaagt niet gelet op het volgende.
4.1.
De rechtbank stelt voorop dat de positie van statushouders anders is dan de positie van Dublinclaimanten als het gaat om de vraag of voor Italië nog steeds kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit geldt te meer nu eiseres door de UNHCR [2] - de rechtbank begrijpt in het kader van hervestiging met instemming van de Italiaanse autoriteiten - is overgebracht naar Italië en daar is opgevangen door een organisatie die haar heeft begeleid. Daarom past de rechtbank in deze zaak een ander toetsingskader toe dan bij de beoordeling van overdrachtsbesluiten van Dublinclaimanten.
4.2.
Het uitgangspunt is dat statushouders dezelfde rechten hebben als onderdanen van de statusverlenende lidstaat en dat zij deze rechten zelf kunnen en ook moeten effectueren. Het is aan de statushouder om aannemelijk te maken dat dit niet van hem kan worden gevergd. De statushouder kan dit onderbouwen door te verklaren op welke wijze hij al heeft geprobeerd om zijn rechten te effectueren en of hij zich tot de (hogere) autoriteiten heeft gewend om aan te geven dat hij hierin niet zelfstandig slaagt. Ook kan de statushouder aannemelijk maken dat hij moet worden aangemerkt als ‘bijzonder kwetsbaar’ als bedoeld in het arrest Ibrahim en daarom van hem minder kan worden gevergd. [3] Tot slot moet de statushouder nader onderbouwen dat uit algemene informatie zou blijken dat statushouders in de statusverlenende lidstaat in het algemeen niet in staat kunnen worden geacht om hun rechten te effectueren en/of niet kan worden verwacht dat zij zich hiervoor wenden tot de autoriteiten als dit bij voorbaat zinloos moet worden geacht.
4.3.
Uit rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) volgt dat de staatssecretaris ten aanzien van statushouders in Italië nog steeds mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. [4] Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres onvoldoende concrete aanknopingspunten naar voren gebracht om in haar zaak anders te oordelen.
4.4.
Ten aanzien van het betoog van eiseres dat zij moet worden aangemerkt als ‘bijzonder kwetsbaar’ stelt de rechtbank vast dat eiseres een zichtbare transgender is. Eiseres is daarom naar het oordeel van de rechtbank weliswaar kwetsbaar, maar de staatssecretaris stelt terecht dat zij niet kan worden aangemerkt als bijzonder kwetsbaar. Uit rechtspraak van de Afdeling volgt dat de bijzondere kwetsbaarheid van een statushouder ertoe kan leiden dat hij bij terugkeer naar de statusverlenende lidstaat, buiten zijn eigen wil en keuzes om, terecht zal komen in een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie die hem niet in staat stelt om te voorzien in zijn meest elementaire behoeften. De medische situatie van een statushouder kan hem bijzonder kwetsbaar maken. Zijn lichamelijke of psychische problemen kunnen een negatieve invloed hebben op de mate waarin hij zich zelfstandig staande kan houden in de maatschappij en zijn rechten kan effectueren. Omgekeerd kan een toestand van verregaande materiële deprivatie negatieve gevolgen hebben voor zijn lichamelijke of geestelijke gezondheid. [5]
4.5.
Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij zich niet staande kan houden in Italië en haar rechten niet kan effectueren. De omstandigheid dat eiseres transgender is, maakt haar niet per definitie minder zelfredzaam. Verder is niet gebleken - uit bijvoorbeeld een medisch dossier - dat eiseres psychische problemen heeft waardoor zij haar rechten niet kan effectueren. Uit haar verklaringen volgt juist dat eiseres is opgekomen voor haar rechten in Italië door aangifte te doen en te klagen over de omstandigheid dat zij in een opvang met mannen werd geplaatst. Daarnaast heeft eiseres onvoldoende onderbouwd dat medische behandeling - in de zin van transgenderzorg - voor statushouders niet beschikbaar is in Italië. Het rapport van de Swiss Refugee Council waar eiseres naar verwijst gaat over asielzoekers en statushouders met psychische problemen. [6] Hoewel de rechtbank begrijpt dat eiseres in transitie psychologische begeleiding nodig heeft, verschilt die situatie van de situatie van statushouders die psychische problemen hebben. De staatssecretaris heeft eiseres niet hoeven aanmerken als bijzonder kwetsbaar in de zin van het arrest Ibrahim.
4.6.
Gelet hierop heeft de staatssecretaris over de (beëindiging van de) opvang van eiseres in Italië terecht gesteld dat eiseres als statushouder dezelfde rechten heeft als Italiaanse onderdanen, ook ten aanzien van sociale huisvesting. Het is aan eiseres om deze rechten te effectueren en om zich, als zij van mening is dat Italië zijn internationale verplichtingen tegenover haar niet nakomt, te wenden tot de (hogere) Italiaanse autoriteiten. Met de staatssecretaris is de rechtbank van oordeel dat eiseres zich onvoldoende heeft ingespannen om haar rechten te effectueren. Eiseres heeft verklaard dat zij Italië heeft verlaten toen zij hoorde dat zij de opvang moest verlaten. [7] Niet is gebleken dat eiseres voor haar huisvesting hulp heeft gevraagd aan de (hogere) Italiaanse autoriteiten. Verder heeft eiseres weliswaar aangifte gedaan, maar toen zij daarop niets hoorde, heeft zij zich niet tot de hogere Italiaanse autoriteiten gewend. Ook over het uitblijven van een medische behandeling heeft eiseres niet geklaagd bij de hogere Italiaanse autoriteiten. Eiseres heeft bovendien niet aannemelijk gemaakt dat dit bij voorbaat zinloos was. Dat uit het rapport van het US Department of State, waar eiseres naar verwijst, volgt dat de Italiaanse autoriteiten corruptie en georganiseerde misdaad aan het licht hebben gebracht bij het beheer van de middelen die bestemd zijn voor asielzoekers en vluchtelingen, maakt dit oordeel niet anders. [8]
4.7.
Tot slot slaagt het beroep van eiseres op de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond van 26 april 2023 niet, omdat sprake is van een andere situatie. [9] Die uitspraak gaat over een vreemdeling en haar kind die door de Italiaanse autoriteiten als bijzonder kwetsbaar zijn aangemerkt. De in die zaak overgelegde brief van de Italiaanse autoriteiten, betekent volgens deze rechtbank, zittingsplaats Roermond dat Italië ten aanzien van statushouders die door Italië als bijzonder kwetsbaar worden aangemerkt zijn verplichtingen niet kan nakomen. Anders dan in die zaak is in deze zaak niet gebleken dat eiseres door de Italiaanse autoriteiten als bijzonder kwetsbaar is aangemerkt. Ook de staatssecretaris heeft haar niet als zodanig hoeven aanmerken. Bovendien dateert die uitspraak van voor de uitspraak van de Afdeling van 8 mei 2023 waarin is geoordeeld dat de staatssecretaris voor Italië nog steeds naar het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag verwijzen.

Conclusie en gevolgen

5. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Lok, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)
2.United Nations High Commissioner for Refugees, de VN-Vluchtelingenorganisatie
3.arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 19 maart 2019, ECLI:EU:C:2019:219
4.uitspraken van de Afdeling van 8 mei 2023, ECLI:RVS:2023:1771 en 24 juni 2022, ECLI:RVS:2022:1788
5.uitspraak van de Afdeling van 15 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2019:2385
6.rapport ‘Situation of asylum seekers and beneficiaries of protection with mental health problems in Italy’ van 17 februari 2022
7.rapport van gehoor bescherming EU, EER of Zwitserland, pagina 5
8.rapport ‘2022 Country Report on Human Rights Practices: Italy’ van 20 maart 2023