Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding en procesverloop
15 mei 2021. In het bestreden besluit van 8 november 2021 op het bezwaar van eiser heeft het college dat besluit gehandhaafd.
Overwegingen
“In 2016 kreeg ik 1337 euro van een schadeverzekering betaald? Oh ja. Ze moeten mij nog meer dan 5000 betalen, maar ze betalen niet. (…). Waar dat bedrag is gestort? Ik heb ook een ABN Amro bankrekening, een oude rekening, heel veel geld van zakelijke tijd. Het geld is daar binnen maar ik kan het niet gebruiken. Die rekening is al lang geblokkeerd. Ik had nog betalingen van 10.000 euro, 5.000 euro, maar die gingen allemaal naar die geblokkeerde rekening. De ABN rekening staat op mijn naam. Niet op een bedrijfsnaam. Er kan wel geld op de rekening gestort worden, maar ik kan er niets vanaf halen. (…). Die bankrekening van ABN staat nu misschien iets van 10.000 euro op. De belasting heeft ook nog een keer 8.000 euro betaald. Maar hij is al heel lang geblokkeerd.”
Conclusie en gevolgen
Beslissing
uitspraak te ondertekenen.
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak relevante wettelijke regels
Onverminderd 30c, tweede, vierde en vijfde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, bepaalt het college welke gegevens ten behoeve van de verlening van bijstand dan wel de voortzetting daarvan en de arbeidsinschakeling door de belanghebbende in ieder geval worden verstrekt en welke bewijsstukken worden overgelegd, alsmede de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van gegevens plaatsvindt.