ECLI:NL:RBDHA:2023:12469
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag op basis van internationale bescherming in Duitsland
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 18 augustus 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had de asielaanvraag van eiser, ingediend op 4 mei 2023, niet-ontvankelijk verklaard op grond van het feit dat eiser sinds 21 juni 2017 internationale bescherming geniet in Duitsland. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zitting nodig was, omdat partijen hiermee instemden.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser tegen de niet-ontvankelijkheid beoordeeld. Eiser betoogde dat de staatssecretaris onterecht aannam dat hij nog steeds internationale bescherming in Duitsland geniet en dat er meer onderzoek gedaan had moeten worden naar zijn situatie. Eiser stelde dat hij geen bevestiging kon krijgen van zijn status in Duitsland en dat de staatssecretaris in gesprek had moeten gaan met de Duitse autoriteiten. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris zich terecht baseerde op de Eurodac-informatie, die bevestigde dat eiser nog steeds internationale bescherming geniet.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht de aanvraag niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat eiser niet heeft aangetoond dat zijn beschermingsstatus in Duitsland is beëindigd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.