ECLI:NL:RBDHA:2023:13433
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning op basis van mensenhandel en bedenktijd
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 6 september 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd op humanitaire gronden beoordeeld. Eiseres, afkomstig uit Uganda, had op 8 december 2022 een asielaanvraag ingediend en deed op 27 januari 2023 aangifte van mensenhandel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had haar aanvraag op 9 februari 2023 afgewezen, omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor de verblijfsvergunning. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet gehouden was om te wachten op de uitkomst van een beklagprocedure bij het gerechtshof, die eiseres had gestart na de afwijzing van haar aanvraag. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiseres geen bedenktijd is gegeven, maar dat dit niet van doorslaggevend belang is voor de afwijzing van de aanvraag. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie en concludeert dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat eiseres niet voldoet aan de cumulatieve voorwaarden voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning op basis van de richtlijn betreffende slachtoffers van mensenhandel. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en de rechtbank beslist dat het bestreden besluit in stand blijft.