Op 25 juli 2022 hebben eisers een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis als familie- of gezinsleden bij een referent. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft niet tijdig op deze aanvraag beslist, wat heeft geleid tot een ingebrekestelling door eisers op 2 maart 2023. Na het indienen van een beroepschrift op 26 maart 2023, heeft de rechtbank vastgesteld dat de staatssecretaris in gebreke is gebleven. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit, met de verplichting voor de staatssecretaris om binnen zestien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, en de staatssecretaris is veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50. Deze uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen.