ECLI:NL:RBDHA:2023:14539
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek voorlopige voorziening en proceskostenvergoeding in vreemdelingenzaak
Op 19 september 2023 heeft de staatssecretaris verzoeker geïnformeerd over de voorgenomen uitzetting naar Paramaribo, Suriname, gepland op 26 september 2023. Verzoeker heeft op 24 september 2023 bezwaar gemaakt tegen deze uitzetting en verzocht om een voorlopige voorziening. De staatssecretaris heeft op 25 september 2023 laten weten dat de uitzetting is geannuleerd. Hierop heeft verzoeker zijn verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken, maar verzocht om een proceskostenvergoeding.
De voorzieningenrechter heeft zonder zitting uitspraak gedaan over het verzoek om proceskostenvergoeding. Volgens de voorzieningenrechter kan, wanneer een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de voorzieningenrechter het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. De voorzieningenrechter oordeelt dat de staatssecretaris inderdaad tegemoet is gekomen aan verzoeker door de uitzetting te annuleren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker op 15 september 2023 een reguliere aanvraag heeft ingediend, waaruit blijkt dat hij gedetineerd is. Dit had voor de staatssecretaris duidelijk moeten zijn. De voorzieningenrechter concludeert dat de staatssecretaris de proceskosten moet vergoeden, omdat verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend. De totale vergoeding bedraagt € 837,00.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek als kennelijk gegrond toegewezen en de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoeker. Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van mr. M. Lok, griffier, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.