ECLI:NL:RBDHA:2023:15156
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering compensatie kinderopvangtoeslag in het kader van hersteloperatie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2023, in de zaak SGR 22/5654, is het beroep van eiseres tegen de weigering van de Belastingdienst/Toeslagen om compensatie toe te kennen in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag beoordeeld. Eiseres had in 2014 en 2015 kinderopvangtoeslag ontvangen, maar verzocht in 2020 om herbeoordeling van deze toeslag, omdat zij zich gedupeerd voelde door de toeslagenaffaire. De Belastingdienst had haar verzoek om compensatie afgewezen, omdat er geen fouten waren gemaakt bij de beoordeling van de kinderopvangtoeslag.
De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij daadwerkelijk schade had geleden. De abusievelijke conceptbeschikking die tijdelijk zichtbaar was in haar digitale omgeving had geen gevolgen gehad voor haar recht op kinderopvangtoeslag. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van institutioneel vooringenomen handelen en dat de situatie van eiseres niet vergelijkbaar was met die van andere gedupeerden die wel compensatie hadden ontvangen. Eiseres had ook geen concrete aanknopingspunten aangedragen die twijfels over de zorgvuldigheid van het advies van de Commissie van Wijzen rechtvaardigden.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen recht had op compensatie en ook geen proceskostenvergoeding ontving. De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van daadwerkelijke schade en de voorwaarden waaronder compensatie kan worden toegekend in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag.