Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam],
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Algerijnse nationaliteit, had op 17 mei 2023 asiel aangevraagd in Nederland, maar zijn aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Zwitserland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van zijn verzoek. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat eiser eerder op 19 augustus 2020 in Zwitserland een verzoek om internationale bescherming had ingediend. Nederland had op 6 juni 2023 de autoriteiten van Zwitserland verzocht om eiser terug te nemen, wat op 13 juni 2023 door Zwitserland werd geaccepteerd.
Eiser voerde aan dat hij slechts tien dagen in Zwitserland had verbleven en dat hij zijn asielaanvraag daar had ingetrokken, waardoor Nederland verantwoordelijk zou zijn voor zijn asielaanvraag. De rechtbank overwoog dat volgens artikel 13 van de Dublinverordening de verantwoordelijkheid voor de behandeling van een asielverzoek bij de lidstaat ligt waar de vreemdeling illegaal de grens heeft overschreden. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij zijn asielaanvraag in Zwitserland had ingetrokken voordat de procedure tot vaststelling van de verantwoordelijke lidstaat was afgerond.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.