ECLI:NL:RBDHA:2023:15470
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser met onbekende bestemming
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft op 28 augustus 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 15 september 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, waarbij eiser geen reguliere vergunning is verleend en hem een inreisverbod van twee jaar is opgelegd. Eiser is op 25 september 2023 met onbekende bestemming vertrokken, zonder de staatssecretaris te informeren over zijn verblijfplaats. De gemachtigde van eiser heeft de rechtbank op 28 september 2023 laten weten dat zij het beroep niet zal voorzien van gronden, omdat er geen contact meer is met eiser. De rechtbank heeft op 11 oktober 2023 het beroep behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De gemachtigde van de staatssecretaris was wel aanwezig.
De rechtbank heeft ambtshalve de vraag beantwoord of eiser procesbelang heeft bij het beroep. Gezien de omstandigheden, waaronder het vertrek van eiser met onbekende bestemming, concludeert de rechtbank dat eiser geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. Hierdoor heeft eiser geen rechtens te beschermen belang meer bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt beoordeeld en eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.