ECLI:NL:RBDHA:2023:15975
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Guineese eiser wegens ongeloofwaardige problemen met stiefmoeder en niet naleven vier-ogenbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 18 oktober 2023, wordt het beroep van een Guineese eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, die problemen ondervond met zijn stiefmoeder vanwege erfenisdocumenten, had op 6 mei 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 1 augustus 2023 afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 24 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigden van de eiser en de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag terecht ongegrond heeft verklaard. De eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn claims over bedreigingen en mishandeling door zijn stiefmoeder. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft gesteld dat de problemen met de stiefmoeder ongeloofwaardig zijn. Daarnaast wordt het beroep op het vier-ogenbeginsel verworpen, omdat de staatssecretaris niet verplicht is om dit beginsel toe te passen in asielzaken. De rechtbank concludeert dat het besluitvormingsproces niet in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank wijst erop dat de eiser niet voldoende heeft aangetoond dat zijn stiefmoeder daadwerkelijk betrokken was bij de bedreigingen en mishandelingen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat de verklaringen van de eiser inconsistent en onvoldoende onderbouwd zijn. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de eiser geen recht heeft op een verblijfsvergunning en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.