ECLI:NL:RBDHA:2023:1601

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
NL21.11085
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voorlopig verblijf; beroep niet-ontvankelijk verklaard na verlening mvv

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) van eiseres, die als familie- of gezinslid bij haar referent wilde verblijven. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen de weigering van verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, om haar een mvv te verlenen. Dit bezwaar werd aanvankelijk ongegrond verklaard bij besluit van 16 juni 2021. Echter, op 12 september 2022 heeft verweerder het bezwaar alsnog gegrond verklaard en de Nederlandse ambassade te Beiroet gemachtigd om de mvv te verlenen.

Eiseres heeft hierop beroep ingesteld tegen het eerdere besluit, maar verscheen niet op de zitting van 2 februari 2023. Verweerder was vertegenwoordigd door mr. C.W.M. van Breda. De rechtbank overwoog dat, nu de mvv inmiddels was verleend, eiseres geen procesbelang meer had in het beroep tegen het eerdere besluit. De rechtbank concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat het bestreden besluit door het latere besluit van 12 september 2022 was vervangen, zoals bedoeld in artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht.

Daarnaast heeft de rechtbank ook de verzoeken van eiseres om vergoeding van proceskosten en griffierecht afgewezen, omdat er geen sprake was van tegemoetkoming aan haar bezwaar. De rechtbank oordeelde dat de verlening van de mvv niet het gevolg was van het bezwaar van eiseres, maar van de omstandigheden rondom de referent, die zijn moeder had verloren. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en publiceerde de uitspraak op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.11085

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1], eiseres

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.W.F. Noot),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigden: mr. K. Bruin en mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluit van 16 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen de weigering om haar een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel ‘verblijf als familie- of gezinslid bij [naam 2]’ (referent) te verstrekken ongegrond verklaard.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Bij besluit van 12 september 2022 heeft verweerder het bezwaar van eiseres alsnog gegrond verklaard en de Nederlandse ambassade te Beiroet gemachtigd aan haar een mvv te verlenen voor het doel ‘verblijf als familie- of gezinslid bij [naam 2]’.
Eiseres heeft hier schriftelijk op gereageerd.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 2 februari 2023 op zitting behandeld. Eiseres en haar gemachtigde zijn met voorafgaand bericht niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. C.W.M. van Breda.

Overwegingen

1. Eiseres voert aan dat verweerder in het besluit van 12 september 2022 ten onrechte het bestreden besluit niet heeft ingetrokken. Daarnaast verzoekt eiseres de rechtbank verweerder te veroordelen in de door haar gemaakte proceskosten en te bepalen dat verweerder het door haar betaalde griffierecht moet vergoeden.
2. Verweerder stelt zich op het standpunt dat aan het bestreden besluit geen gebrek kleefde en dat hij daarom de proceskosten en het griffierecht niet hoeft te vergoeden.
3. Voor zover het beroep nog is gericht tegen het niet verlenen van een mvv, dient te worden vastgesteld dat hieraan bij besluit van 12 september 2022 is tegemoetgekomen. Eiseres heeft in zoverre geen procesbelang meer. Eiseres ontleent ook geen procesbelang aan haar stelling dat het bestreden besluit niet is ingetrokken. Uit het besluit van 12 september 2022 volgt namelijk dat hetzelfde bezwaar dat in het bestreden besluit ongegrond was verklaard alsnog gegrond is verklaard en dat de oorspronkelijk gevraagde mvv alsnog is verleend. Dit besluit kwalificeert dan ook als een besluit tot vervanging van het bestreden besluit zoals bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, zodat het bestreden besluit daarmee uit de wereld is. Het beroep is dan ook niet-ontvankelijk.
4. Vervolgens doet zich de vraag voor of verweerder dient te worden veroordeeld in de door eiseres gemaakte proceskosten en of moet worden bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht moet vergoeden. Ook wanneer een beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, bestaat daartoe de mogelijkheid. Dat is in het bijzonder het geval als het bestuursorgaan aan de indiener van het beroep is tegemoetgekomen. Dit volgt uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, bijvoorbeeld de uitspraak van 15 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2068.
5. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend. Er is in dit geval namelijk geen sprake van tegemoetkoming aan het bezwaar van eiseres. Uit het verweerschrift en de door verweerder ter zitting gegeven toelichting blijkt namelijk dat het alsnog verlenen van een mvv aan eiseres niet is gelegen in haar bezwaar, maar in de omstandigheid dat de moeder van referent op 24 maart 2022 is overleden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.