ECLI:NL:RBDHA:2023:16340
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen overdrachtsbesluit aan Duitsland in het kader van de Dublinverordening met betrekking tot asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een overdrachtsbesluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.B. Ullah, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 23 augustus 2023, waarin werd bepaald dat zij zou worden overgedragen aan de autoriteiten van Duitsland. Eiseres had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend, maar deze werd door verweerder niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor haar asielaanvraag.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op zittingen op 3 en 10 oktober 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overdracht aan Duitsland in overeenstemming is met de Dublinverordening en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de zorg die eiseres in Duitsland zal ontvangen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij vreest voor haar medische situatie en dat de opvang in Duitsland ondermaats is, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat deze gronden niet voldoende zijn om de overdracht te blokkeren.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen en dat het beroep ongegrond is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 18 oktober 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.