ECLI:NL:RBDHA:2023:16364
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van taalanalyse en identiteitseisen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 september 2023 uitspraak gedaan in de asielprocedure van eiser, een minderjarige Somalische vreemdeling. Eiser had zijn asielaanvraag ingediend na zijn aankomst in Nederland op 3 september 2021, na een reis via Oekraïne. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, waarbij verweerder zich baseerde op een taalanalyse uitgevoerd door het Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (TOELT). Deze analyse concludeerde dat de taal van eiser niet overeenkomt met het Somalisch dat gangbaar is in Centraal-Somalië, de regio waar eiser claimt vandaan te komen. De rechtbank oordeelde dat het rapport van TOELT op zorgvuldige wijze tot stand was gekomen en dat de redenering en conclusies begrijpelijk waren. Eiser heeft geen contra-expertise overgelegd die de bevindingen van TOELT tegenspreekt.
De rechtbank heeft ook de stelling van eiser verworpen dat er sprake was van een schending van het beginsel van 'equality of arms', omdat hij geen contra-expert kon aanleveren. De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd dat het verkrijgen van een contra-expertise onmogelijk was. Bovendien werd vastgesteld dat de minderjarigheid van eiser niet afdoet aan de verplichtingen van verweerder om de aanvraag te toetsen. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat eiser niet uit Centraal-Somalië komt en dat de aanvraag om asiel terecht was afgewezen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen.