ECLI:NL:RBDHA:2023:16364

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.23823 en NL23.23824
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van taalanalyse en identiteitseisen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 september 2023 uitspraak gedaan in de asielprocedure van eiser, een minderjarige Somalische vreemdeling. Eiser had zijn asielaanvraag ingediend na zijn aankomst in Nederland op 3 september 2021, na een reis via Oekraïne. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, waarbij verweerder zich baseerde op een taalanalyse uitgevoerd door het Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (TOELT). Deze analyse concludeerde dat de taal van eiser niet overeenkomt met het Somalisch dat gangbaar is in Centraal-Somalië, de regio waar eiser claimt vandaan te komen. De rechtbank oordeelde dat het rapport van TOELT op zorgvuldige wijze tot stand was gekomen en dat de redenering en conclusies begrijpelijk waren. Eiser heeft geen contra-expertise overgelegd die de bevindingen van TOELT tegenspreekt.

De rechtbank heeft ook de stelling van eiser verworpen dat er sprake was van een schending van het beginsel van 'equality of arms', omdat hij geen contra-expert kon aanleveren. De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd dat het verkrijgen van een contra-expertise onmogelijk was. Bovendien werd vastgesteld dat de minderjarigheid van eiser niet afdoet aan de verplichtingen van verweerder om de aanvraag te toetsen. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat eiser niet uit Centraal-Somalië komt en dat de aanvraag om asiel terecht was afgewezen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.23823 (beroep) en NL23.23824 (voorlopige voorziening)
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[eiser] , eiser/verzoeker, hierna: eiser V-nummer: [v-nummer] ,

(gemachtigde: mr. H.L.M. Janssen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Deniz).

Procesverloop

In het besluit van 16 augustus 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Eiser verzoekt verweerder te verbieden hem uit te zetten totdat de rechtbank op het beroep heeft beslist.
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 22 september 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Ikar. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Inleiding
1. Eiser stelt geboren te zijn op [datum] 2005 en de Somalische nationaliteit te hebben.
1.1
Eiser heeft Somalië in juli 2021 verlaten met hulp van een smokkelaar. Hij is na een tussenstop van 20 dagen in Oekraïne op 3 september 2021 in Nederland aangekomen en heeft hier asiel aangevraagd.
1.2
Er is een taalindicatie uitgevoerd door het Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (TOELT). Hieruit is gebleken dat eiser een vorm van Noord-Somalisch spreekt zoals dat gangbaar is in Somaliland. Eiser stelt echter dat hij afkomstig is uit El Buur in Centraal-Somalië.
1.3
Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat Al Shabaab zijn vader zou hebben benaderd omdat zijn broer voor het geloof moest vechten. De vader en broer van eiser zijn toen ondergedoken en gevlucht. Al Shabaab is hen komen zoeken, maar omdat ze er niet waren hebben ze de moeder van eiser mishandeld en eiser meegenomen. Eiser werd samen met 10 andere jongens opgesloten. Ook kregen ze preken en werden ze geslagen. Toen eiser met 3 andere jongens naar een waterput werd gebracht, heeft hij geprobeerd te vluchten maar dit is mislukt. Eiser werd toen beschoten en mishandeld en heeft daardoor problemen met zijn knie. Later moest eiser weer met 3 jongens water halen. Toen is het wel gelukt om te ontsnappen, ondanks dat de leden van Al Shabaab op hen schoten. Ze kwamen op een boerderij. De bewoners kenden de buren van eiser en hebben eiser toen teruggebracht naar zijn moeder. Eisers moeder vertelde hem dat Al Shabaab was langs geweest en dat zij werd bedreigd omdat eiser was gevlucht. Daarom moest eiser het land verlaten. Met hulp van zijn oom heeft hij dat gedaan. Eisers oom is later vermoord door Al Shabaab.
1.4
Uit de taalanalyse uitgevoerd door TOELT volgt dat eiser op grond van zijn Somalische spraak eenduidig niet te herleiden is tot de spraakgemeenschap binnen Centraal-Somalië. Het is daarom volgens verweerder niet aannemelijk dat eiser hier langere tijd verbleven heeft, zoals hij stelt, aldus verweerder. Ook is er een documentenonderzoek uitgevoerd door Bureau Documenten. Hieruit is gebleken dat de identiteitsbevestiging en de geboorteakte van eiser met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet bevoegd zijn opgemaakt en afgegeven.
Bestreden besluit
2. Verweerder heeft de volgende relevante elementen vastgesteld:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Problemen met Al-Shabaab in Centraal-Somalië.
Verweerder heeft de identiteit en nationaliteit van eiser geloofwaardig geacht, maar gelooft niet dat eiser uit Centraal-Somalië komt. Eiser stelt namelijk dat hij ruim 15 jaar in El Buur heeft gewoond, maar hij kan geen uitgebreide, gedetailleerde omschrijving van de omgeving geven. De kennis die eiser toont is beperkt. Bovendien is uit de taalanalyse gebleken dat het Somalisch dat eiser spreekt in zijn geheel niet overeenkomt met het Centraal-Somalisch zoals dat gangbaar is in zijn gestelde herkomstgebied of in Zuid-Somalië. Wel komt het overeen met het Somalisch zoals dat gangbaar is in Noord-Somalië. Ook blijkt uit het rapport dat eiser niet in staat is geweest om uitgebreide, concrete en gedetailleerde informatie over zijn gestelde herkomstomgeving te verschaffen. Nu eiser zijn herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt, wordt het tweede relevante element niet getoetst. Gelet hierop is niet gebleken dat eiser vluchteling is zoals bedoeld in het Vluchtelingenverdrag of dat hij bij terugkeer risico loopt op ernstige schade. De aanvraag wordt afgewezen als kennelijk ongegrond als bedoeld in artikel 30b, eerste lid, onder e, van de Vw [1] omdat eiser valse of duidelijk onwaarschijnlijke verklaringen heeft afgelegd die strijdig zijn met voldoende geverifieerde informatie over het land van herkomst. De belangen van het kind staan hier niet aan in de weg omdat eiser is geboren en getogen in Somalië, hij daar altijd heeft gewoond, hij daar de taal spreekt, zijn moeder daar nog woont en hij gelet op zijn korte verblijf in Nederland en zijn leeftijd nog geen sterke band heeft met Nederland. Bovendien is niet gebleken van bijzondere kwetsbaarheid dan wel ernstige fysieke of mentale problemen en is het van belang dat eiser snel duidelijkheid krijgt. Ook komt eiser niet in aanmerking voor een vergunning op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw omdat het onderzoek naar adequate opvang in Somalië nog niet is afgerond.
Deskundige advies
3. De rechtbank stelt voorop dat een advies van TOELT een deskundigenadvies is aan verweerder ten behoeve van de uitvoering van zijn bevoegdheden. Het bestuursorgaan mag op het advies van een deskundige afgaan, nadat is nagegaan of dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. Als een partij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het advies, de begrijpelijkheid van de in het advies gevolgde redenering of het aansluiten van de conclusies daarop naar voren heeft gebracht, mag het bestuursorgaan niet zonder nadere motivering op het advies afgaan. Zo nodig vraagt het bestuursorgaan de adviseur een reactie op wat over het advies is aangevoerd.
3.1
In het rapport taalanalyse van TOELT van 3 maart 2023 staat dat de taalanalyse is afgenomen door een taalanalist die afkomstig is uit Centraal-Somalië en dat zijn moedertaal Somalisch is. In het rapport is geconcludeerd dat eiser eenduidig niet te herleiden is tot de spraakgemeenschap binnen Centraal-Somalië. De taalanalist beschrijft dat, gelet op de gestelde herkomst en levensloop, van eiser redelijkerwijs verwacht mag worden dat hij een beheersing op moedertaalniveau heeft van een vorm van Centraal-Somalisch zoals dat gangbaar is in zijn gestelde herkomstgebied Ceelbuur. Eiser heeft een beheersing op moedertaalniveau van een vorm van Somalisch. De taalanalist concludeert dat het Somalisch van eiser in zijn geheel niet overeenkomt met het Centraal-Somalisch zoals dat gangbaar is in het gestelde herkomstgebied. Het Somalisch van eiser komt overwegend overeen met het Somalisch zoals dat gangbaar is in Noord-Somalië.
3.1.1
De rechtbank is van oordeel dat het rapport op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, dat de redenering begrijpelijk is en de getrokken conclusie daarop aansluit. Eiser wijst op hetgeen de Taalstudio op haar website heeft staan: “Het merendeel van de aanvragen die wij de laatste jaren in behandeling krijgen is gebaseerd op het ontkennen van die realiteit, en het vasthouden aan de fictie dat in de herkomstgebieden stabiele een- of tweetalige gemeenschappen wonen met kenmerkende taalpatronen, en dat de oorspronkelijke moedertaal een leven lang foutloos wordt vastgehouden. Het instrument taalanalyse is daarmee voor de aanvragers een onneembare barrière geworden in plaats van een faire kans.” Naar het oordeel van de rechtbank is deze enkele verwijzing naar de website van de Taalstudio onvoldoende om niet van de juistheid van de taalanalyse van TOELT uit te gaan. Eiser heeft ook geen contra-expertise overgelegd die de inhoud van het rapport weerspreekt. Bovendien zijn tijdens het aanmeldgehoor door verweerder aan eiser herkomstvragen gesteld. Deze vragen zijn niet of zeer summier door eiser beantwoord. Nu in de taalanalyse is geconcludeerd dat eiser eenduidig niet uit Centraal-Somalië komt, heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien om nadere vragen te stellen over eisers herkomst.
Is er sprake van schending van equality of arms?
4. Eiser voert aan dat sprake is van equality of arms omdat er geen contra-expert beschikbaar is waardoor hij niet in staat is om een contra-expertise over te leggen.
4.1
De rechtbank volgt eiser niet in zijn stelling. In het weerwoord van 16 augustus 2023 zijn meerdere firma’s en instituten genoemd die een contra-expertise zouden kunnen uitvoeren. Niet is gebleken dat zij hier niet toe in staat zijn. Eerst op zitting heeft eiser aangevoerd dat hij deze bedrijven heeft benaderd maar dat hij geen reactie heeft gekregen. Eiser heeft dit echter niet met stukken onderbouwd. De rechtbank acht dit dan ook onvoldoende onderbouwing voor de stelling dat er geen contra-expertise mogelijk is.
4.2
Ook ten aanzien van de bevindingen van Bureau Documenten is geen contra-expertise overgelegd. Ook in dit geval is niet onderbouwd dat dit niet mogelijk is of dat er pogingen zijn gedaan om een contra-expertise te krijgen.
4.3
Het feit dat een vreemdeling geen contra-expertise kan overleggen maakt bovendien nog niet dat hij in een onevenredig lastige bewijspositie verkeert. Er bestaat dus niet alleen om die reden strijd met het beginsel van ‘equality of arms’, waardoor de bestuursrechter moet zorgen voor enige vorm van compensatie voor eiser. Omdat eiser geen concrete aanknopingspunten voor twijfel naar voren heeft gebracht over het onderzoeksrapport van Bureau Documenten of de taalanalyse, ziet de rechtbank geen aanleiding om eiser te compenseren door een deskundige te benoemen of om te oordelen dat verweerder zich had moeten inspannen om een tweede deskundige te vinden die de overgelegde stukken kan beoordelen.
Heeft verweerder voldoende rekening gehouden met de minderjarigheid van eiser?
5. De rechtbank is van oordeel dat de minderjarigheid van eiser niet afdoet aan het besluit van verweerder. Zijn leeftijd verklaart namelijk niet waarom zijn taalgebruik afwijkt van het taalgebruik in zijn gestelde herkomstgebied. In dit kader is van belang dat de taalexpert heeft vastgesteld dat eisers taalgebruik vooral overeenkomt met de taal die wordt gesproken in Noord-Somalië en niet in Centraal-Somalië. Ondanks eisers leeftijd mocht verweerder bovendien ook meer verwachten van eiser wat betreft het verklaren over zijn herkomstplaats nu eiser stelt dat hij daar zijn hele leven heeft gewoond.
Moest verweerder inhoudelijk toetsen aan het asielrelaas?
6. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder tot de conclusie mocht komen dat eiser niet uit Centraal-Somalië komt. Eiser stelt wel dat zijn problemen zich daar hebben voorgedaan. Uit Afdelingsjurisprudentie [2] volgt dat verweerder in dat geval niet verder hoeft te toetsen aan het asielrelaas.
Beroep op het arrest TQ [3]
7. Na het sluiten van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek heropend omdat de gemachtigde van eiser aangaf dat hij nog een beroep wilde doen op het arrest TQ. De gemachtigde meent namelijk dat verweerder niet voortvarend heeft gehandeld wat betreft het onderzoek naar adequate opvang in Somalië. De rechtbank acht deze gang van zaken in strijd met de goede procesorde, omdat gemachtigde dit pas in een zeer laat stadium in de procedure aanvoert. Hierdoor was verweerder niet in de gelegenheid om hier voldoende op te reageren. De rechtbank zal deze beroepsgrond daarom niet inhoudelijk behandelen.

Conclusie en gevolgen

Het beroep
8. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit juist is. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.
Het verzoek om een voorlopige voorziening
9. Omdat de rechtbank op het beroep heeft beslist is het treffen van een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek voor een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.I. Terborg-Wijnaldum, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. R. Moes, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waaronder de uitspraken van 24 december 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:4061) en 6 februari 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:292).
3.Arrest van het Hof van Justitie van 14 januari 2021 in de zaak TQ tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, C-441/19, ECLI:EU:C:2021:9)