ECLI:NL:RBDHA:2023:1648
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van Dublinverordening met betrekking tot Spanje
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, van Marokkaanse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij aanvoert dat Spanje zich niet aan zijn verplichtingen zal houden op grond van het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hij vreest dat hij in Spanje geen zorgvuldige asielprocedure zal krijgen en dat hij na overdracht naar Spanje zal worden doorgeleid naar zijn land van herkomst zonder de mogelijkheid om tegen een afwijzing in beroep te gaan.
De rechtbank overweegt dat verweerder op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag aannemen dat Spanje zijn verdragsverplichtingen nakomt. Eiser is er niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat Spanje dit niet doet. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is geoordeeld dat Spanje aan zijn verplichtingen voldoet. De rechtbank concludeert dat de informatie die eiser heeft overgelegd, niet voldoende is om te concluderen dat er sprake is van structurele tekortkomingen in de opvang en asielprocedure in Spanje.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift indienen als hij het niet eens is met de uitspraak.