dhr. mr. F. Sijens

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiseres tegen de minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van beroepsgronden.

De rechtbank verklaart de beroepen van twee Guineese eisers tegen de afwijzing van hun visumaanvragen ongegrond, omdat onvoldoende binding met Guinee is aangetoond.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van het griffierecht van € 194.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht in asielzaak.

De rechtbank verklaart het verzet van de opposant gegrond, herstelt de niet-ontvankelijk verklaring van het beroep en hervat het onderzoek.

De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag ongegrond verklaard, omdat de minister terecht oordeelde dat eiser zich opnieuw in Venezuela kan vestigen.

De rechtbank heeft de opvolgende asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de minister de Algerijnse nationaliteit heeft bevestigd en de Libische identiteit niet geloofwaardig achtte.

De Rechtbank Den Haag wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het samenhangende beroep ongegrond is verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk, omdat het prematuur is ingediend.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk, omdat het beroep prematuur is ingediend.

De rechtbank verklaart het beroep van een Pakistaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag kennelijk ongegrond, waardoor hij mag worden overgedragen aan Frankrijk.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het beroep ongegrond is verklaard. Er is geen hoger beroep mogelijk.

De rechtbank verklaart het verzet van de minister van Asiel en Migratie gegrond, waardoor de eerdere uitspraak over de asielaanvraag vervalt en het onderzoek wordt hervat.

De rechtbank verklaart het verzet van de opposant gegrond en herstelt het onderzoek naar de asielaanvraag, waarbij de minister in de proceskosten wordt veroordeeld tot € 453,50.

De rechtbank oordeelt dat het terugkeerbesluit en inreisverbod van de minister terecht zijn opgelegd. Het beroep van eiser is ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de maatregel van bewaring rechtmatig was opgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen rechtmatig verblijf is op grond van het Unierecht.

De rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser tegen de maatregel van bewaring ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de verlenging van de overdrachtstermijn vanwege onderduiken.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het plaatsingsbesluit van het COa ongegrond, omdat hij geen beroep heeft ingesteld tegen de vrijheidsbeperkende maatregel.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het beroep tegen het plaatsingsbesluit ongegrond is verklaard.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en veroordeelt het college tot betaling van € 1.844,78 aan verzoekers.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en bevestigt de loonsanctie van het Uwv, die de loondoorbetalingsverplichting heeft verlengd tot 6 oktober 2024.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is en legt de minister een dwangsom op.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor hun asielaanvragen op basis van de Dublinverordening. De minister heeft voldoende gemotiveerd waarom er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in asielzaak, omdat een eerdere uitspraak in de hoofdzaak is gedaan.

De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag gegrond is en legt de minister een dwangsom op van € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag gegrond is en legt de minister een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn van zestien weken voor het nemen van een besluit.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag gegrond is. De minister moet uiterlijk 8 juli 2025 een besluit nemen en krijgt een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding.

Rechtbank Den Haag verklaart beroep van eiser tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag gegrond en legt minister een beslistermijn van acht weken op.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag gegrond is. De minister moet binnen zestien weken een besluit nemen en een dwangsom van € 100,- per dag betalen bij overschrijding.

De rechtbank verklaart het verzet van opposante gegrond, waardoor de eerdere niet-ontvankelijk verklaring vervalt en het onderzoek wordt hervat. De minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, waardoor de minister verzoeker niet mag overdragen aan Duitsland totdat op het bezwaarschrift is beslist.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de ingangsdatum van de verblijfsvergunning asiel van eiser moet worden vastgesteld op 12 juni 2023, en vernietigt het eerdere besluit van de minister.

De rechtbank verklaart het verzet van de opposant gegrond, heropent het onderzoek naar de asielaanvraag en veroordeelt de minister in de proceskosten tot € 453,50.

Rechtbank verklaart asielaanvraag niet-ontvankelijk wegens vertrek van eiser met onbekende bestemming en gebrek aan contact met gemachtigde.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het samenhangende beroep niet-ontvankelijk is verklaard.

De kantonrechter verklaart het beroep van betrokkene gegrond, vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking, en kent proceskosten toe van € 10,00.

De kantonrechter matigt de boete voor onverzekerd motorrijtuig tot € 109,00, na bezwaar van betrokkene die aantoont dat het voertuig verzekerd was op de peildatum.

De rechtbank matigt de sanctie voor een snelheidsovertreding van € 459,00 naar € 234,00 vanwege een noodsituatie.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag ongegrond, omdat Bulgarije verantwoordelijk is voor de aanvraag.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de asielaanvraag niet in behandeling is genomen; Bulgarije is verantwoordelijk.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de belangen van de korpschef zwaarder wegen dan die van verzoeker. Geen hoger beroep mogelijk.

De rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de asielaanvraag gegrond is en legt de minister een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn van zestien weken.

De rechtbank verklaart de beroepen van eiser tegen het COa en de minister ongegrond, gezien de ernstige gedragingen van eiser en de noodzaak van vrijheidsbeperkende maatregelen.

Rechtbank oordeelt dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op asielaanvraag gegrond is en legt de minister een dwangsom op van € 100,- per dag, met een maximum van € 7.500,-.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag gegrond is en legt de minister een dwangsom op.

De rechtbank vernietigt de geboortedatum vastgesteld door de minister in de asielaanvraag van eiser, omdat deze onzorgvuldig is gemotiveerd. Eiser krijgt een asielvergunning en de minister moet een nieuw besluit nemen over de geboortedatum.

De rechtbank verklaart het beroep van een Syrische vreemdeling niet-ontvankelijk, omdat hij met onbekende bestemming is vertrokken en geen procesbelang meer heeft.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat Bulgarije verantwoordelijk is voor de asielaanvraag.