In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S.J. Koolen, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor nareis. De aanvraag is op 5 april 2022 ingediend en op 14 april 2022 door de verweerder ontvangen. De wet vereist dat verweerder binnen 90 dagen na ontvangst van de aanvraag beslist, maar deze termijn is met drie maanden verlengd. Eiseres heeft verweerder in gebreke gesteld na het verstrijken van de beslistermijn en heeft meer dan twee weken gewacht voordat zij beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet tijdig een besluit heeft genomen. De rechtbank heeft besloten dat verweerder binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen op de aanvraag van eiseres. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiseres heeft ook recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 418,50, omdat zij een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld.
De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman en is openbaar gemaakt op 26 juni 2023. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van een zorgvuldige en tijdige besluitvorming door het bestuursorgaan.