ECLI:NL:RBDHA:2023:16960
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar verweerder had niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld omdat hij meende dat de termijn voor een beslissing was verstreken. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de beslistermijn voor asielaanvragen, die op 27 september 2022 nog niet waren verstreken, met negen maanden is verlengd op basis van het besluit met kenmerk WBV 2022/22. Dit besluit is van toepassing op de asielaanvraag van eiser, waardoor de termijn om te beslissen nog niet was verstreken op het moment dat eiser de ingebrekestelling indiende.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten. Aangezien de ingebrekestelling prematuur was, heeft de rechtbank geoordeeld dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder. Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter G.P. Loman en is op 26 juni 2023 openbaar gemaakt.