Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak van 17 oktober 2023 tussen
[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Inleiding
Conclusie en gevolgen
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 17 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M.A. Krikke, heeft beroep aangetekend tegen de maatregel van bewaring die hem op 3 oktober 2023 is opgelegd. De rechtbank heeft op 10 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser via een beeldverbinding aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, ondanks dat eiser aanvoert dat de grondslag voor zijn ophouding onjuist is weergegeven in het proces-verbaal. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de juiste grondslag heeft gehanteerd, omdat eiser niet over een identificatiedocument beschikte op het moment van ophouding.
Eiser stelt verder dat hij niet adequaat is geïnformeerd over zijn rechten en de redenen voor de bewaring. De rechtbank erkent dat de staatssecretaris niet heeft voldaan aan de verplichting om eiser in een begrijpelijke taal te informeren, maar oordeelt dat dit gebrek niet leidt tot onrechtmatigheid van de bewaring, aangezien eiser alsnog beroep heeft ingesteld. De rechtbank bevestigt dat de staatssecretaris voldoende gronden heeft aangevoerd voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af, maar veroordeelt de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.674,-.