Uitspraak
1.NL21.15410.
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- homoseksuele geaardheid;
- problemen als gevolg van seksuele geaardheid.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 2 november 2023 uitspraak gedaan in de asielprocedure van een Nigeriaanse eiser die stelt problemen te ondervinden vanwege zijn homoseksuele geaardheid. De eiser had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Na een hoger beroep, dat door de hoogste rechter gegrond werd verklaard, is de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor herbeoordeling. De rechtbank heeft de zaak op 19 juli 2023 behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de Staatssecretaris.
De rechtbank heeft de geloofwaardigheid van de verklaringen van de eiser beoordeeld, waarbij de Staatssecretaris had betoogd dat de verklaringen onvoldoende onderbouwd waren. De eiser had onder andere verklaard dat hij in Nigeria een langdurige relatie had met een man en dat hij vreesde voor zijn veiligheid vanwege zijn geaardheid. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris de asielaanvraag terecht ongegrond had verklaard, omdat de eiser niet voldoende inzicht had gegeven in zijn persoonlijke ervaringen en gevoelens met betrekking tot zijn homoseksualiteit. De rechtbank vond dat de eiser summier had verklaard over zijn relatie en de gevolgen daarvan in Nigeria.
De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris niet onterecht had geoordeeld dat de verklaringen van de eiser niet geloofwaardig waren, en dat de eiser onvoldoende bewijs had geleverd om zijn geaardheid aannemelijk te maken. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor asielzoekers om gedetailleerde en onderbouwde verklaringen te geven over hun persoonlijke situatie en de risico's die zij lopen in hun land van herkomst.