ECLI:NL:RBDHA:2023:17246
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag verblijfsvergunning asiel
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. E.R. Coene, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat hij van mening is dat er niet tijdig is beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 2 december 2022 ingediend, en volgens het besluit WBV 2022/22 zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen die op dat moment nog niet waren verstreken met negen maanden verlengd. Eiser betwist dat de beslistermijn geldig is verlengd en stelt dat hij verweerder niet prematuur in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de beslistermijn in dit geval wel degelijk is verlengd en dat de ingebrekestelling van 22 augustus 2023 te vroeg is ingediend. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 7 november 2023 en is openbaar gemaakt.