ECLI:NL:RBDHA:2023:17259
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in asielaanvraag na intrekking beroep
In deze zaak heeft verzoekster op 24 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Op 30 augustus 2023 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid alsnog een besluit genomen op de aanvraag. Verzoekster heeft haar beroep ingetrokken, maar vraagt om een veroordeling van de verweerder in de proceskosten. De verweerder heeft aangegeven zich niet te verzetten tegen een proceskostenvergoeding van € 418,50.
De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. De rechtbank verwijst naar de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb), waarin is geregeld dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank de verweerder kan veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder aan verzoekster tegemoet is gekomen door alsnog een besluit te nemen. Daarom is de verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster. De rechtbank hanteert een wegingsfactor van 0,25, omdat de zaak van zeer licht gewicht is. Uiteindelijk is er een bedrag van € 209,25 toegekend aan verzoekster voor de gemaakte proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra en is openbaar gemaakt op 7 november 2023.