In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met als doel verblijf als familie- of gezinslid bij haar referente. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 19 augustus 2021 afgewezen, en na bezwaar is deze afwijzing op 12 september 2022 bevestigd. De rechtbank heeft het beroep op 18 oktober 2023 behandeld, waarbij de referente en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en referente, ondanks de argumenten van eiseres over emotionele en financiële afhankelijkheid. De staatssecretaris heeft de belangenafweging in het nadeel van eiseres mogen laten uitvallen, omdat zij onvoldoende onderbouwd heeft waarom er geen sprake is van een 'fair balance'. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.