ECLI:NL:RBDHA:2023:17639
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 13 november 2023, is het beroep van eiser, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek zonder zitting heeft gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een betrokkene een bestuursorgaan schriftelijk in gebreke moet stellen voordat hij beroep kan instellen. Eiser had op 12 juli 2023 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat deze prematuur was. Dit was het gevolg van de inwerkingtreding van het besluit WBV 2022/22, dat de beslistermijnen voor asielaanvragen met negen maanden verlengde. Aangezien de asielaanvraag van eiser op 30 december 2022 was ingediend, viel deze onder de nieuwe regeling, wat betekende dat verweerder tot uiterlijk 30 maart 2024 de tijd had om te beslissen.
De rechtbank concludeerde dat de ingebrekestelling niet aan de voorwaarden voldeed, omdat er nog geen termijn was verstreken waarbinnen verweerder had moeten beslissen. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op 13 november 2023.