Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam 1], geboren op [geboortedatum 1] [naam 2],
[naam 6],geboren op [geboortedatum 6]
[naam 7],geboren op [geboortedatum 7]
[naam 8],
[naam 9],geboren op [geboortedatum 9]
[naam 10],
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben eisers, van Syrische nationaliteit, op 4 juli 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij hun referent. Na het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, hebben eisers op 25 augustus 2023 beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris in gebreke is gebleven en dat de termijn voor het nemen van een besluit is overschreden. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit niet nodig was volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft de relevante artikelen van de Awb besproken, waaronder de bepalingen over het niet tijdig nemen van besluiten en de mogelijkheid om beroep in te stellen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is en heeft de staatssecretaris opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en de proceskosten van eisers op € 418,50. De uitspraak is gedaan door rechter mr. F. Sijens en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.