ECLI:NL:RBDHA:2023:17817
Rechtbank Den Haag
- Versnelde behandeling
- Rechtspraak.nl
Besluitvorming omtrent aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf en dwangsom bij overschrijding beslistermijn
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser van Afghaanse nationaliteit en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had op 6 juli 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij zijn referent. Na een periode van inactiviteit van de staatssecretaris heeft de eiser op 28 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat de staatssecretaris niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van 90 dagen heeft beslist.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris in gebreke is gebleven en heeft bepaald dat deze binnen acht weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eiser, vastgesteld op € 418,50. Deze uitspraak is gedaan door rechter mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier N. Walstra.