Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit hebbende persoon, zijn asielaanvraag had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, had de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser had een Schengenvisum van Frankrijk en de verantwoordelijkheid was door Frankrijk aanvaard. Eiser voerde aan dat hij bijzonder kwetsbaar was vanwege zijn hemofilie en angstpsychoses, en dat hij specifieke medische behandeling nodig had die in Frankrijk niet beschikbaar zou zijn. Hij stelde dat verweerder een BMA-advies had moeten opvragen voordat zijn aanvraag werd afgewezen.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had aangenomen dat Frankrijk zijn verplichtingen nakomt op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser had niet voldoende bewijs geleverd dat zijn situatie anders was en dat hij als bijzonder kwetsbaar moest worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de medische behoeften van eiser niet automatisch betekenden dat hij bijzonder kwetsbaar was, en dat er geen objectieve gegevens waren die wezenlijk bewijsden dat de overdracht aan Frankrijk zijn gezondheid zou verslechteren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.