In deze zaak heeft eiseres, een Syrische nationaliteit hebbende vrouw, op 16 februari 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als gezinslid bij haar referent in Nederland te kunnen verblijven. De aanvraag is op 17 februari 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ontvangen. Eiseres heeft op 18 augustus 2023 verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag. Vervolgens heeft zij op 14 september 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit. Verweerder heeft op 29 september 2023 een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door verweerder is verstreken en dat eiseres rechtsgeldig in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, verwijzend naar eerdere jurisprudentie over de overschrijding van beslistermijnen bij aanvragen om gezinshereniging. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder binnen zestien weken na de uitspraak een beslissing op de aanvraag moet nemen en dat hij een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-.
Daarnaast heeft de rechtbank de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken na de relevante datum. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 418,50, die door verweerder vergoed moeten worden. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.