ECLI:NL:RBDHA:2023:18458
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van teveel betaalde WIA-uitkering en de rechtsgeldigheid van de oproep aan eiseres
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, die een WIA-uitkering ontvangt, heeft over de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 mei 2022 een te hoog voorschot ontvangen. Het Uwv heeft haar medegedeeld dat zij dit bedrag van bruto € 3.037,16 moet terugbetalen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft haar bezwaren ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 6 oktober 2023 is eiseres niet verschenen, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat zij correct was opgeroepen. De rechtbank heeft de berekening van het teruggevorderde bedrag beoordeeld en geconcludeerd dat deze correct was. Eiseres voerde aan dat de berekening onduidelijk was en dat zij in aanmerking kwam voor kwijtschelding van de schuld, maar de rechtbank oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiseres de terugvordering moet voldoen. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.