ECLI:NL:RBDHA:2023:19052

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 oktober 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
NL23.17858
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning humanitair

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die een verblijfsvergunning voor humanitaire redenen had aangevraagd. De aanvraag was op 25 mei 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde voor uitzetting. Tijdens de zitting op 25 oktober 2023 zijn partijen niet verschenen, maar de Staatssecretaris heeft in een brief van 5 oktober 2023 aangegeven zich niet te verzetten tegen de toewijzing van het verzoek om voorlopige voorziening, voor zover dit betrekking heeft op het niet uitzetten van verzoeker totdat er een beslissing op het bezwaar is genomen.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de omstandigheden, het noodzakelijk is om verzoeker te beschermen tegen uitzetting totdat er een definitieve beslissing is genomen op het bezwaar. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, het primaire besluit geschorst en de Staatssecretaris verboden verzoeker uit Nederland te verwijderen. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 837,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.17858
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen [verzoeker], V-nummer: [V nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. J.A. Pieters),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.

Procesverloop

In het besluit van 25 mei 2023 (primaire besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker van 6 januari 2023 voor een verblijfsvergunning voor het verblijfsdoel humanitair niet-tijdelijk op grond van artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden afgewezen.
Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 oktober 2023 op zitting behandeld. Partijen zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

1. Indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank tegen een besluit bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.1
2. Bij brief van 5 oktober 2023 heeft de staatssecretaris medegedeeld zich niet te verzetten tegen toewijzing van wat in het verzoekschrift is verzocht, voor zover dit ziet op het niet uitzetten van verzoeker tot een beslissing is genomen op het bezwaarschrift.
3. Nu tussen partijen niet langer in geschil is dat van uitzetting van verzoeker in deze fase behoort te worden afgezien, wijst de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening
1. Artikel 8:81, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb).
toe en verbiedt de voorzieningenrechter de staatssecretaris om verzoeker uit te zetten tot de beslissing op bezwaar bekend is gemaakt.
4. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, bepaalt de voorzieningenrechter dat de staatssecretaris aan verzoeker het door hem betaalde griffierecht vergoedt.
5. De voorzieningenrechter veroordeelt de staatssecretaris in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
  • schorst het primaire besluit en verbiedt de staatssecretaris verzoeker uit Nederland te verwijderen totdat de beslissing op bezwaar bekend is gemaakt;
  • draagt de staatssecretaris op het betaalde griffierecht van € 184,- aan verzoeker te vergoeden;
  • veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Mulder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 oktober 2023

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.