ECLI:NL:RBDHA:2023:19147
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van compensatie in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen om geen compensatie toe te kennen in het kader van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft verzocht om herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag over de jaren 2006 tot en met 2011, maar de Belastingdienst heeft in eerdere besluiten vastgesteld dat zij geen recht heeft op compensatie. De rechtbank heeft de zaak op 13 november 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
Eiseres ontving in de jaren 2006 tot en met 2011 kinderopvangtoeslag, maar moest na herzieningen van de voorschotten en definitieve toekenningen bedragen terugbetalen. Eiseres stelt dat zij slachtoffer is van fouten van de Belastingdienst, wat heeft geleid tot schade en ontwrichting van haar gezinsleven. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn voor institutionele vooringenomenheid of onbillijkheden van overwegende aard. De herzieningen van de toeslagen waren in lijn met de door eiseres verstrekte gegevens en de rechtbank concludeert dat de situatie van eiseres geen verband houdt met de problematiek waarvoor de hersteloperatie is ingesteld.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft het besluit van de Belastingdienst. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster en is openbaar uitgesproken op 1 december 2023. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.