In deze zaak hebben eisers, beiden van Iraakse nationaliteit, op 5 juli 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij hun referent. Na het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, hebben eisers op 30 januari 2023 verweerder in gebreke gesteld. Vervolgens hebben zij op 10 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is overschreden en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. Hierdoor is het beroep kennelijk gegrond verklaard.
De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie waarin is geoordeeld dat bij overschrijding van de beslistermijn bij aanvragen om gezinshereniging sprake is van een bijzonder geval. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder binnen acht weken na de bekendmaking van deze uitspraak een beslissing op de aanvraag moet nemen, met een mogelijkheid tot verlenging van de termijn bij nader onderzoek. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de hoogte van de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken na de relevante datum. Tot slot zijn de proceskosten van eisers vastgesteld op € 418,50, die door verweerder moeten worden vergoed.