ECLI:NL:RBDHA:2023:19338

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
C/09/650565 / FA RK 23-4981
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake gezag en gebruik van de echtelijke woning in een echtscheidingsprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 september 2023 een beschikking gegeven in een voorlopige voorziening in het kader van een echtscheidingsprocedure. De vrouw heeft op 11 juli 2023 een verzoek ingediend, waarin zij onder andere vroeg om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning en de toevertrouwing van de minderjarige [kind 2] aan haar. De man, die zich refereerde aan de verzoeken van de vrouw, heeft geen verweer gevoerd tegen de verzoeken. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder verzoekschriften en correspondentie van beide partijen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen gehuwd zijn en samen twee kinderen hebben, [kind 1] en [kind 2]. De vrouw verzoekt om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, met het bevel dat de man deze niet mag betreden. Daarnaast vraagt zij om een bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw, gezien de referteverklaring van de man, toegewezen. De man is voorlopig verplicht om bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 2] en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De rechtbank heeft de vrouw echter niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot het vaststellen van alimentatie voor de jongmeerderjarige [kind 1], omdat dit verzoek niet mogelijk is binnen de procedure van voorlopige voorzieningen. De rechtbank gaat er echter vanuit dat de man de verzochte bijdrage voor [kind 1] zal voldoen, gezien zijn referte.

De beschikking is gegeven door mr. L.L. Benink, rechter en kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 23-4981
Zaaknummer: C/09/650565
Datum beschikking: 28 september 2023

Voorlopige voorzieningen

Beschikking op het op 11 juli 2023 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. J.E. Sondorp te Gouda.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. A. Sangar te Rotterdam.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift van 10 juli 2023 van de zijde van de vrouw;
  • de brief van 21 juli 2023, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
  • de brief van 25 augustus 2023, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
  • de brief van 12 september 2023 van de zijde van de vrouw;
  • het bericht van 13 september 2023 van de zijde van de man.
De op 14 september 2023 bepaalde zitting heeft op verzoek van partijen geen doorgang gevonden.

Feiten

- Partijen zijn gehuwd op [datum] 2001.
- Zij zijn de ouders van de volgende kinderen:
- [kind 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2005 te [geboorteplaats] ;
- [kind 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2007 te [geboorteplaats] .
- De ouders oefenen gezamenlijk het gezag over de minderjarige [kind 2] uit.
- [kind 1] en [kind 2] verblijven op dit moment bij de vrouw.

Verzoek en verweer

De vrouw verzoekt nu:
  • te bepalen dat de vrouw gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning te ( [postcode] ) [plaatsnaam] , [adres] , met inbegrip van de inboedel, met het bevel dat de man die woning niet mag betreden;
  • te bepalen dat (naar de rechtbank begrijpt) [kind 2] aan de vrouw wordt toevertrouwd;
  • te bepalen dat (naar de rechtbank begrijpt) de man met ingang van 1 september 2023, zolang de man zich niet heeft laten uitschrijven van het adres van de echtelijke woning en zolang de vrouw geen kindgebonden budget ontvangt, dient bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [kind 2] alsmede in de kosten van levensonderhoud en studie van de jongmeerderjarige [kind 1] met een bedrag van € 439,- per maand per kind, en met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de vrouw kindgebonden budget heeft ontvangen met een bedrag van € 404,- per maand per kind, telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man refereert zich aan de verzoeken van de vrouw.

Beoordeling

Nu de man zich refereert aan de verzoeken van de vrouw, zal de rechtbank de verzoeken ter zake het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, de toevertrouwing van [kind 2] en de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 2] als onweersproken toewijzen.
De rechtbank zal de vrouw niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek tot vaststelling van een alimentatie voor zover dit ziet op de jongmeerderjarige [kind 1] . Gelet op de limitatieve opsomming in artikel 822 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is het niet mogelijk om in het kader van de voorlopige voorzieningen procedure dit verzoek te doen. Een en ander neemt niet weg dat de rechtbank er gelet op de referteverklaring van de man van uitgaat dat de man de verzochte bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van [kind 1] zal voldoen.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te ( [postcode] ) [plaatsnaam] , [adres] – met inbegrip van de inboedel – en beveelt mitsdien dat de man die woning niet mag betreden;
bepaalt dat de minderjarige [kind 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2007 te [geboorteplaats] , aan de vrouw zal worden toevertrouwd;
bepaalt dat de man met ingang van 1 september 2023, zolang de man zich niet heeft laten uitschrijven van het adres van de echtelijke woning en zolang de vrouw geen kindgebonden budget ontvangt, voorlopig dient bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 2] met een bedrag van € 439,- per maand, en met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de vrouw kindgebonden budget heeft ontvangen met een bedrag van € 404,- per maand, vanaf heden telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek tot het vaststellen van een alimentatie voor de jongmeerderjarige [kind 1] .
Deze beschikking is gegeven door mr. L.L. Benink, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. C.P.E. van de Fliert-Verburg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 28 september 2023.