Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
circular lettervan 5 december 2022 dat er sprake is van een verzoek van de Italiaanse autoriteiten tot tijdelijke opschorting van overdrachten op grond van de Dublinverordening. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat er sprake is van een tijdelijk, feitelijk overdrachtsbeletsel en dat dit niet tot gevolg heeft dat de vaststelling van de verantwoordelijkheid van Italië onrechtmatig is. Dit kan worden vergeleken met de eerdere tijdelijke opschorting van overdrachten in verband met het coronavirus. Ook toen waren er geen overdrachten mogelijk en de Afdeling heeft in die situatie geoordeeld dat er sprake was van ook een tijdelijke onmogelijkheid. [9] Dat op dit moment onbekend is hoelang de opschorting zal duren staat er niet aan in de weg dat eiser alsnog kan worden overgedragen indien de opschorting voor het verstrijken van de uiterste overdrachtstermijn wordt opgeheven. Wanneer daarentegen eiser niet binnen de uiterste overdrachtstermijn kan worden overgedragen, zal hij vervolgens worden opgenomen in de nationale procedure. De circular letter heeft dan ook niet tot gevolg dat het besluit onrechtmatig is. Ook de overige door eiser genoemde argumenten treffen geen doel. Dat er sprake zou zijn van pushbacks, heeft geen gevolgen voor de overdracht van eiser. Datzelfde geldt voor de houding van de Italiaanse regering onder de leiding van premier Meloni.