In deze zaak hebben eisers, drie Syrische nationalen, op 22 februari 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als gezinslid bij hun referent in Nederland te verblijven. De aanvraag werd op 23 februari 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ontvangen. Omdat er geen tijdig besluit werd genomen, hebben eisers op 30 augustus 2023 verweerder in gebreke gesteld. Vervolgens hebben zij op 18 september 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de verweerder niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn heeft beslist.
De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie waarin is geoordeeld dat bij overschrijding van de beslistermijn in soortgelijke zaken sprake is van een bijzonder geval. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen acht weken na de uitspraak een beslissing op de aanvraag moet nemen, met de mogelijkheid van een verlenging tot twintig weken indien nader onderzoek nodig is. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank stelt de verbeurde dwangsom vast op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken. Tot slot veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 418,50.