ECLI:NL:RBDHA:2023:19619

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
NL23.33796 en NL23.34011
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring asielaanvragen op basis van Dublinverordening met betrekking tot Spanje

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 december 2023 uitspraak gedaan over de asielaanvragen van twee eisers, die niet in behandeling zijn genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvragen, aangezien Spanje eerder een visum aan de eisers heeft afgegeven. De eisers hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van 24 oktober 2023, waarin de staatssecretaris de aanvragen niet in behandeling nam.

Tijdens de zitting op 7 december 2023 in Breda zijn de eisers en hun gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen. De rechtbank heeft na de behandeling van de zaken onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat hij niet verplicht was om de asielaanvragen aan zich te trekken, ondanks de gestelde vrees voor represailles. De rechtbank heeft overwogen dat de eisers zich in dat geval tot de Spaanse autoriteiten kunnen wenden.

De rechtbank heeft ook de medische situatie van de eisers in overweging genomen, maar heeft geconcludeerd dat er geen bewijs is dat de medische problematiek van eiseres zodanig is dat zij niet in Spanje behandeld kan worden. De rechtbank heeft daarom de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.33796 en NL23.34011
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[naam eiser] , eiser V-nummer: [V-nr.] [naam eiser] , eiseres V-nummer: [V-nr.]

mede namens haar minderjarige kinderen
[naam kind]en
[naam kind],
(gemachtigde: mr. H.M. Schurink-Smit),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.A. Mandersloot).

Procesverloop

Bij twee besluiten van 24 oktober 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van eisers niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eisers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft de beroepen op 7 december 2023 op zitting behandeld in Breda. Eisers en hun gemachtigde zijn, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaken ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

Overwegingen

1. Dat Spanje verantwoordelijk is voor de asielaanvragen van eisers is niet in geschil. Immers, Spanje heeft een visum aan eisers afgegeven.
2. Wel is in geschil of verweerder de behandeling van de asielaanvragen aan zich heeft moeten trekken. De rechtbank is van oordeel dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat hij dat niet hoeft te doen. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat zij zich bij de gestelde vrees voor represailles voor de [naam groepering] kunnen wenden tot de Spaanse autoriteiten. Verder heeft verweerder terecht gesteld dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat de Spaanse autoriteiten eisers niet kunnen of willen beschermen. De rechtbank overweegt verder dat de medische situatie door verweerder bij de beoordeling is betrokken. Niet is gebleken dat de medische problematiek van met name eiseres zodanig is dat zij niet in Spanje behandeld kan worden. Daarbij betrekt de rechtbank dat verweerder er op heeft gewezen dat op grond van artikel 32 van de Dublinverordening een uitwisseling van medische gegevens kan plaatsvinden. Bovendien hebben eisers niet aannemelijk gemaakt dat overdracht naar Spanje reel risico inhoudt van achteruitgang van de gezondheidstoestand van eiseres. Dat maakt dat verweerder niet verplicht was om de verantwoordelijkheid van de aanvragen aan zich te trekken.
3. De beroepen zijn ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 december 2023 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.