ECLI:NL:RBDHA:2023:20036
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- D. Biever
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze zaak heeft eiser, een Turkse nationaliteit, op 19 augustus 2023 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk zou zijn op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft op 19 december 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 10 augustus 2023 een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend in Kroatië, wat door hem wordt betwist. Eiser stelt dat hij slechts kort in Kroatië is geweest en dat hij daar slachtoffer is geworden van pushbacks en onmenselijke behandeling. De rechtbank heeft de argumenten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat verweerder op goede gronden heeft besloten dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De rechtbank heeft het interstatelijk vertrouwensbeginsel bevestigd, wat inhoudt dat verweerder mag uitgaan van de goede behandeling van asielzoekers door andere EU-lidstaten.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims over de opvangsituatie in Kroatië en dat er geen bijzondere, individuele omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de asielaanvraag onverplicht aan Nederland wordt voorgelegd. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en het verzoek om een voorlopige voorziening is niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.