ECLI:NL:RBDHA:2023:20072
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander uit Oekraïne
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 18 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser, een derdelander uit Oekraïne, had tijdelijke bescherming aangevraagd die op 4 september 2023 zou eindigen. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit in stand kan blijven. Eiser had eerder een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne en was gehuwd met een Armeense vrouw. De rechtbank stelt vast dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming niet in strijd is met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel. Eiser had betoogd dat hij onder de aangewezen doelgroep van de Richtlijn 2001/55/EG valt, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in het Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris bevoegd was om de tijdelijke bescherming te beëindigen en dat de beëindiging niet onevenredig is. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.