ECLI:NL:RBDHA:2023:20128
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een evenementenvergunning voor het Club Westwood Festival in Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, om een evenementenvergunning te verlenen voor het Club Westwood Festival op 2 juli 2022. Eiseres, een buurtbewoonster, heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning, omdat zij vreest voor ernstige overlast, waaronder geluidsoverlast en parkeerproblemen. De rechtbank heeft het beroep op 14 november 2023 behandeld, waarbij eiseres, de gemachtigde van verweerder en een derde belanghebbende aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat, ondanks dat het festival al heeft plaatsgevonden, eiseres nog steeds belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de rechtmatigheid van de evenementenvergunning. Dit is van belang voor toekomstige edities van het festival. De rechtbank stelt vast dat verweerder een belangenafweging heeft gemaakt en dat de vergunning is verleend op basis van artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De rechtbank concludeert dat de geluidshinder die omwonenden hebben ervaren niet als onduldbaar kan worden aangemerkt, en dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de vergunning te verlenen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep van eiseres ongegrond is en dat zij het griffierecht niet terugkrijgt. De uitspraak is gedaan door rechter M.M. Meijers en is openbaar uitgesproken op 8 december 2023. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.