uitspraak
Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.19251
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], V-nummer: [V-nummer] , eiseres (gemachtigde: mr. J.G. Wiebes),
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris (gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres stelt van Venezolaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 2002. Zij heeft op 23 april 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 8 juni 2023 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
1.1. De staatssecretaris heeft op het beroep gereageerd met twee verweerschriften (3 november 2023 en 29 november 2023).
1.2. De rechtbank heeft het beroep op 7 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, D.P. Navarete als tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.
Beoordeling door de rechtbank
2. Eiseres heeft op 23 april 2022 een asielaanvraag ingediend. Aan deze aanvraag heeft eiseres ten grondslag gelegd dat zij uit Venezuela is gevlucht vanwege de doodsbedreigingen tegen haar familie en tegen haarzelf. De stiefvader (hierna: vader) van eiseres werkte namelijk bij de politie en zij hebben de vader van eiseres opgedragen dat hij bepaalde (criminele) activiteiten moest ondernemen. De vader van eiseres wilde dit niet en besloot daarom ontslag te nemen. Dat werd echter niet toegelaten door zijn leidinggevende. Uiteindelijk kwam eiseres’ vader tot een overeenkomst met zijn leidinggevende, waarbij de vader van eiseres een bepaald bedrag moest betalen en daardoor niet meer hoefde te werken bij de politie. Vanaf dat moment werd de familie van eiseres bedreigd. Op een dag werd de vader van eiseres bedreigd en werd gezegd dat als hij niet terug zou komen op zijn werk, ze eiseres zouden weghalen om er zeker van te zijn dat hij terug zou keren. De bedreigingen gaan tot de dag van vandaag door. De moeder van eiseres is ook onlangs mishandeld met de
mededeling dat ze niet mag vertellen wat er bij de politie gebeurt. Als eiseres terugkeert naar Venezuela, staat haar hetzelfde lot te wachten als haar moeder.
Verder heeft eiseres aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat de staat waar zij vandaan komt, Zulia, corrupter is dan andere staten in Venezuela. De economie is er niet goed, het is niet veilig en er zijn veel problemen met het verkrijgen van documenten, zoals een paspoort.
3. Bij het bestreden besluit heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond, op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet (Vw). Volgens de staatssecretaris bevat het asielrelaas van eiseres de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Bedreigingen vanwege werk van stiefvader.
4. De staatssecretaris heeft overwogen dat relevant element 1 geloofwaardig wordt geacht. Relevant element 2 wordt echter niet geloofwaardig geacht, omdat eiseres vaag, summier en ongerijmd heeft verklaard en omdat zij niet heeft onderbouwd dat de politie en de leidinggevende van haar vader zijn betrokken bij het criminele circuit. Ook heeft eiseres niet kunnen onderbouwen dat zij net als haar moeder slachtoffer is geworden van een behandeling in strijd met artikel 2 en/of 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Het door de staatssecretaris geloofwaardig geachte element leidt er niet toe dat er sprake is van vluchtelingschap in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Ook heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een risico op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM, waardoor zij niet terug zou kunnen keren naar Venezuela.
5. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit en heeft tegen verschillende overwegingen beroepsgronden ingediend. Deze beroepsgronden worden hieronder besproken.
Bedreigingen vanwege werk van vader
6. Eiseres stelt dat de staatssecretaris ten onrechte niet geloofwaardig heeft geacht dat eiseres is bedreigd vanwege het werk van haar vader. Zij heeft immers consistente en gedetailleerde verklaringen afgelegd die passen bij het beeld dat bekend is over de situatie in Venezuela, en specifiek [plaats]. De staatssecretaris heeft daarbij miskend dat eiseres zes jaar geleden nog niet op de hoogte was van de situatie, omdat haar ouders haar erbuiten probeerden te houden. Haar ouders hebben haar enige informatie gegeven op het moment dat de bedreigingen specifiek tegen eiseres waren gericht. Eiseres kon niet meer weten dan hetgeen zij verklaard heeft. Ook wordt de jonge leeftijd van eiseres miskend door de staatssecretaris, door te stellen dat eiseres ongerijmd heeft verklaard over de dreigementen. Ten aanzien van de dreigementen heeft eiseres een duidelijke verhaallijn geschetst, verklaard over wat zij heeft waargenomen en verklaard over hetgeen haar ouders haar hierover hebben verteld. Dat is terug te zien in de uitgebreide en voldoende gedetailleerde verklaringen van eiseres in het nader gehoor. Ook heeft eiseres in haar zienswijze uitgelegd dat de problemen van haar vader los staan van zijn periodieke promoties. De promoties kunnen er namelijk toe leiden dat iemand bij de politie blijft en dat was precies het doel van de leidinggevende van de vader van eiseres en zijn corrupte collega’s. Het inkomen van een politieagent is echter zo laag, dat een politieagent naast zijn werk vaak vervalt in corruptie
en nevendiensten moet zoeken om voldoende inkomen te verkrijgen. Ook heeft eiseres voldoende onderbouwd dat haar moeder is mishandeld. Zij heeft haar moeder via Facetime gesproken, waarbij zij kon zien dat haar moeder blauwe plekken en letsel op haar gezicht had. De moeder van eiseres heeft ook aangifte gedaan en eiseres heeft deze aangifte ook overgelegd. Het doel van deze aangifte was vooral om iets op papier te hebben, maar eiseres’ moeder durfde niet vrijuit te spreken. De moeder van eiseres is slachtoffer geworden van een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM en daarom loopt eiseres bij terugkeer ook het risico op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM.
7. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris de bedreigingen die eiseres stelt te hebben ondervonden wegens het werk van haar vader ongeloofwaardig heeft mogen vinden. Eiseres heeft namelijk vaag en summier verklaard over de bedreigingen die waren gericht tegen haar vader en tegen haarzelf. Dat eiseres stelt dat ze jong was en niet alle informatie van haar ouders heeft gekregen, omdat haar ouders haar wilden beschermen, kan de rechtbank begrijpen. In een situatie als deze, waarin iemand vlucht uit zijn land van herkomst en asiel aanvraagt in een ander land, mag echter wel meer verwacht worden dan enkel vage en summiere verklaringen. Zeker nu eiseres ook aangeeft wel contact te hebben met haar ouders. Vluchten uit het land van herkomst en asiel aanvragen in een ander land is immers een uiterst middel om veiligheid te vinden. Van eiseres mag dan ook verwacht worden dat zij meer gedetailleerd kan uitleggen waarom zij uit haar land van herkomst gevlucht is en in Nederland asiel heeft aangevraagd. De verklaringen die eiseres hierover heeft afgegeven in het nader gehoor zijn onvoldoende in dit opzicht. Daar komt bij dat ook verwacht mag worden dat eiseres er alles aan doet om deze informatie van haar vader en moeder te verkrijgen. Zeker nu eiseres in Nederland wel in veiligheid verkeert kan dit van haar verwacht worden. Eiseres heeft verder ook geen documenten overgelegd die haar situatie onderbouwen. De staatssecretaris heeft het voorts niet geloofwaardig mogen vinden dat de moeder van eiseres is mishandeld wegens het werk van de vader van eiseres. De vader van eiseres doet immers precies wat zijn leidinggevende wil dat hij doet. De staatssecretaris heeft terecht overwogen dat het daarom ongerijmd is dat de bedreigingen van de politie nog steeds plaatsvinden. Verder heeft de staatssecretaris terecht opgemerkt dat niet kan worden vastgesteld dat de blauwe plekken en het letsel dat te zien is op de foto’s van eiseres’ moeder door de politie is aangebracht. De beroepsgrond slaagt niet.
Niet onderscheiden relevante elementen
8. Eiseres stelt dat de elementen over de politieke problemen van eiseres, de ernstige vorm van discriminatie en achterstelling en de algehele veiligheidssituatie in Venezuela (met name in de deelstaat Zulia en de plaats [plaats]) ten onrechte niet zijn onderscheiden als aparte relevante elementen.
9. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris deze elementen niet heeft hoeven aan te merken als aparte relevante elementen. Deze onderwerpen zien op de algemene situatie in Venezuela en de situatie in Venezuela specifiek voor eiseres. De staatssecretaris heeft specifiek naar de deelstaat gekeken waar eiseres vandaan komt en naar de situatie van eiseres. Het is voldoende dat de staatssecretaris deze onderwerpen meeneemt in het bestreden besluit, zonder deze aan te merken als aparte relevante elementen. De beroepsgrond slaagt niet.
Algemene situatie in Venezuela
10. Eiseres stelt dat zij, vanwege de algemene situatie in Venezuela, een reëel risico loopt op een schending van artikel 3 van het EVRM bij terugkeer naar Venezuela. In Venezuela is namelijk sprake van een situatie als benoemd in artikel 15, onder c van de Kwalificatierichtlijn (15c-situatie). Met de enkele verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 22 maart 20231, heeft de staatssecretaris niet gereageerd op de door eiseres aangehaalde informatie van European Asylum Support Office (EASO), waarin wordt gesproken over een glijdende schaal met vier niveaus. Dat er sprake is van een 15c-situatie volgt volgens eiseres ook uit de door haar overgelegde informatie van Icelandic Review. Hierin staat namelijk dat een groep Venezolaanse vluchtelingen recent door IJsland is uitgezet naar Venezuela en bij terugkeer is aangehouden en afgeperst zonder enige reden.
11. De rechtbank overweegt als volgt. In de uitspraak van de Afdeling van 22 maart 2023 is geoordeeld dat de veiligheidssituatie in [plaats], in de deelstaat Zulia, als zorgelijk moet worden aangemerkt, maar dat nergens in Venezuela sprake is van een veiligheidssituatie die zodanig ernstig is dat een persoon enkel door (fysiek) aanwezig te zijn een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM als gevolg van ernstig willekeurig geweld (15c-situatie). De Afdeling heeft geoordeeld dat er een humanitaire crisis in Venezuela is, maar dat niet aannemelijk is gemaakt dat in Venezuela sprake is van dergelijke uitzonderlijke omstandigheden vanwege deze situatie dat dit in strijd met artikel 3 van het EVRM is. Daarbij heeft de Afdeling geoordeeld dat niet is gebleken dat personen die terugkeren naar Venezuela, bijvoorbeeld nadat zij in het buitenland een asielprocedure hebben doorlopen, een reëel risico lopen op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM.
12. Met de verwijzing van de staatssecretaris naar de uitspraak van de Afdeling van 22 maart 2023 heeft de staatssecretaris voldoende gemotiveerd dat de algemene situatie in Venezuela er niet toe leidt dat eiseres bij terugkeer naar Venezuela een reëel risico op ernstige schade als bedoeld in artikel 3 van het EVRM zal lopen. Daarbij heeft de staatssecretaris ook in zijn verweerschrift verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 4 januari 20182, waarin is geoordeeld dat niet wordt uitgegaan van een glijdende schaal bij 15c-situaties. Met deze verwijzing heeft de staatssecretaris ook voldoende gereageerd op het rapport van de EASO wat eiseres heeft overgelegd. Ook uit de informatie van de Icelandic Review volgt naar het oordeel van de rechtbank niet dat er sprake is van een situatie in strijd met artikel 3 van het EVRM. In dit artikel staat dat er een grote groep Venezolanen is teruggestuurd naar Venezuela en dat zij zijn aangehouden (soms twee dagen lang) en zijn ondervraagd. De rechtbank ziet gezien de overgelegde documenten geen aanleiding om aan te nemen, dat dit ook met eiseres zal gebeuren bij terugkomst in Venezuela. Eiseres is immers één persoon die terug keert naar Venezuela, terwijl het in de informatie van de Icelandic Review gaat over een groep van 180 personen. Bovendien blijkt uit de overgelegde informatie niet dat de betrokken personen het slachtoffer zijn geworden van een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. De situatie in Venezuela is naar het oordeel van de rechtbank sinds de hiervoor genoemde uitspraak van de Afdeling niet zodanig veranderd dat nu wel gesproken moet worden van een 15c-situatie. Verder heeft de