ECLI:NL:RBDHA:2023:20589
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een WOO-verzoek inzake verstrekking van documenten betreffende verblijfsvergunningen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2023, wordt het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun WOO-verzoek beoordeeld. Eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. T. Sahar, hebben een verzoek ingediend om documenten te verstrekken die betrekking hebben op de verlening of afwijzing van verblijfsvergunningen op basis van artikel 8 van het EVRM, over de periode van 2017 tot heden. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. B.M. Kristel, heeft dit verzoek afgewezen op 6 december 2022, met als argument dat de documenten bijzondere persoonsgegevens bevatten en dat het belang van de persoonlijke levenssfeer zwaarder weegt dan het belang van openbaarheid. De rechtbank heeft op 17 oktober 2023 de zaak digitaal behandeld.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris het WOO-verzoek op juiste gronden heeft afgewezen. De rechtbank stelt vast dat de documenten vertrouwelijke informatie bevatten die niet geanonimiseerd kan worden, en dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokken vreemdelingen moet worden geëerbiedigd. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is vastgesteld dat het belang van vertrouwelijkheid in dergelijke gevallen groot is. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet verplicht was om een zoekslag te verrichten naar de opgevraagde documenten, aangezien deze documenten in zijn geheel niet verstrekt hoeven te worden.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eisers ongegrond en ziet zij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter M.J.L. van der Waals, in aanwezigheid van griffier mr. T. Verschoor.