ECLI:NL:RBDHA:2023:206
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in voedingskosten voor leerling-vliegers met partner in de VS
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een leerling-vlieger en de waarnemend Commandant DienstenCentrum Internationale Ondersteuning Defensie. De eiser, een leerling-vlieger die in de Verenigde Staten een vliegopleiding volgde, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder dat hem geen tegemoetkoming in de voedingskosten meer zou toekennen, omdat hij zijn partner had meegenomen naar de VS. Eiser ontving tot dat moment een tegemoetkoming in de voedingskosten, maar verweerder stelde dat deze regeling niet van toepassing was voor leerling-vliegers die met hun partner in rijkswoning verbleven. Eiser stelde dat de leerling-vliegerbrief, die aanvullende voorzieningen voor leerling-vliegers regelt, niet duidelijk maakte dat deze tegemoetkoming niet voor hem gold. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had besloten om de tegemoetkoming stop te zetten, omdat de hogere toelage voor leerling-vliegers met een partner in het buitenland al een compensatie bood voor de hogere kosten van levensonderhoud. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een onjuiste uitvoeringspraktijk en dat het beroep van eiser ongegrond was. De uitspraak benadrukt het belang van de leerling-vliegerbrief en de voorwaarden waaronder leerling-vliegers in het buitenland worden gehuisvest en gecompenseerd.