In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser, die van Marokkaanse nationaliteit is, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder. De zaak betreft een beroep tegen een besluit van 9 december 2023, waarbij aan de eiser een maatregel van bewaring was opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Op 18 december 2023 heeft de staatssecretaris de maatregel van bewaring opgeheven, waardoor de rechtbank zich moest buigen over de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode van detentie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 8 december 2023 om 19:31 uur is opgehouden voor gehoor en om 21:50 uur in bewaring is gesteld. Eiser is binnen 24 uur overgebracht naar het Detentiecentrum. De rechtbank oordeelt dat eiser recht heeft op een schadevergoeding voor één dag in de politiecel en tien dagen in de huis van bewaring, wat resulteert in een totale schadevergoeding van € 1.130,-. Daarnaast heeft de rechtbank de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 837,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.