ECLI:NL:RBDHA:2023:20788
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.S. Gaastra
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen maatregel van bewaring
In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin aan verzoeker op 7 december 2023 de maatregel van bewaring is opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De staatssecretaris heeft deze maatregel op 13 december 2023 opgeheven na een belangenafweging. Verzoeker heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft zowel de staatssecretaris als verzoeker de gelegenheid gegeven om op dit verzoek te reageren.
De staatssecretaris heeft op 14 december 2023 laten weten zich te verzetten tegen de proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenvergoeding. De rechtbank overweegt dat zij in geval van intrekking van het beroep, omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten, mits daarom is verzocht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring is opgeheven na een belangenafweging die in het voordeel van verzoeker is uitgevallen. Echter, de rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een tegemoetkomen door de staatssecretaris, omdat verzoeker geen beroepsgronden heeft ingediend en enkel een pro forma beroepschrift heeft ingediend. Daarom is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.