ECLI:NL:RBDHA:2023:20854
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak asielaanvraag Colombiaanse staatsburger met betrekking tot bescherming en redelijke termijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 december 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Colombiaanse staatsburger. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 8 september 2021 was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, omdat de staatssecretaris niet deugdelijk had gemotiveerd dat eiser bescherming kon vragen aan de Colombiaanse autoriteiten. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had aangetoond dat de Unidad Nacional de Protección (UNP) adequate bescherming biedt tegen de bedreigingen van de criminele organisatie Los Rastrojos, waar eiser mee te maken heeft gehad. De rechtbank heeft de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld om gebreken in het besluit te herstellen, wat uiteindelijk is gebeurd met een aanvullende motivering op 3 maart 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de gebreken heeft hersteld, maar dat de beroepsgrond van eiser niet slaagde. De rechtbank heeft het besluit van de staatssecretaris vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van proceskosten en schadevergoeding aan eiser wegens overschrijding van de redelijke termijn.