ECLI:NL:RBDHA:2023:21437
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitstel van verstrek op grond van artikel 64 Vw 2000 en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor uitstel van verstrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres, een Nigeriaanse vrouw geboren in 1978, heeft last van verschillende medische aandoeningen, waaronder hypertensie en intracraniële hypertensie. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft haar aanvraag afgewezen, met als argument dat de noodzakelijke medische zorg in Nigeria beschikbaar is. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft de zaak op 19 september 2023 behandeld. Eiseres heeft betoogd dat de medische zorg in Nigeria niet toegankelijk is en dat er een reëel risico bestaat op een medische noodsituatie bij terugkeer. De rechtbank oordeelt echter dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de benodigde zorg niet beschikbaar of toegankelijk is. De rechtbank wijst erop dat het Bureau Medische Advisering (BMA) heeft bevestigd dat de noodzakelijke zorg in Nigeria aanwezig is en dat de verklaringen van Amnesty International en Human Rights Watch niet voldoende zijn om de toegankelijkheid van de zorg te betwisten.
Daarnaast concludeert de rechtbank dat de hoorplicht niet is geschonden, omdat er geen twijfel bestond dat de gronden van bezwaar niet tot een ander besluit konden leiden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat er geen connexiteit meer is. De uitspraak is gedaan door mr. D.C. Laagland, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt op 25 september 2023.