ECLI:NL:RBDHA:2023:21472
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door niet tijdig beslissen van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. P.J. Schüller, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling. Eiser heeft betoogd dat de beslistermijn niet geldig is verlengd door verweerder, en dat hij niet prematuur in gebreke is gesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn op basis van WBV 2022/22 en WBV 2023/3 rechtmatig was, en dat de ingebrekestelling van eiser te vroeg was ingediend. Hierdoor was niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat verweerder geen individuele kennisgeving aan eiser hoefde te doen over de verlenging van de beslistermijn. De rechtbank heeft het beroep van eiser dan ook niet-ontvankelijk verklaard, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.