Uitspraak
Rechtbank den haag
9/658396 KG RK 23-1532
Rechtbank Den Haag
Op 13 december 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag het wrakingsverzoek van verzoeker afgewezen. Verzoeker heeft de rechters gewraakt op basis van verschillende gronden, waaronder het niet toelaten van zijn stukken, onbevredigende antwoorden op zijn vragen, en het gebrek aan kritische vragen aan de wederpartij. Hij stelde ook dat de voorzitter niet heeft voorkomen dat een andere rechter, mw. Meijers, zaken buiten zitting heeft afgehandeld. De wrakingskamer oordeelde dat de wrakingsgronden niet voldoende waren om tot wraking over te gaan. De wrakingskamer benadrukte dat veel van de aangevoerde gronden betrekking hadden op tussenbeslissingen en processuele beslissingen, die geen grond voor wraking vormen. Bovendien werd vastgesteld dat de wrakingskamer in staat was om het verzoek onbevooroordeeld te behandelen, ondanks de betrokkenheid van mr. Kleijn, een van de gewraakte rechters. De wrakingskamer legde verzoeker een wrakingsverbod op, omdat hij het middel van wraking had gebruikt om de procedure te frustreren. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd openbaar uitgesproken, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.