Uitspraak
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen hoger beroep of verzet open.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser, van Somalische nationaliteit, heeft op 6 november 2023 een opvolgende aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, nadat zijn eerdere aanvraag op 8 juni 2022 was afgewezen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze opvolgende aanvraag op 23 november 2023 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen nieuwe relevante elementen of bevindingen heeft aangevoerd die tot een andere uitkomst kunnen leiden.
De rechtbank heeft de zaak op 14 december 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris. Eiser stelt dat hij in Ethiopië is opgevoed door een tante die nu in Nederland verblijft en vreest voor bedreiging. Hij betoogt dat zijn situatie niet is beoordeeld in de eerdere aanvraag, omdat hij niet wist waar zijn tante was. De rechtbank oordeelt echter dat de omstandigheden van eiser niet nieuw zijn en dat hij geen relevante nieuwe elementen heeft aangevoerd die zijn aanvraag kunnen ondersteunen.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de opvolgende aanvraag niet-ontvankelijk is. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, in aanwezigheid van mr. J.J. Yilmaz, griffier, en is openbaar gemaakt op 21 december 2023.