ECLI:NL:RBDHA:2023:21900
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit over verdragsgerechtigdheid en bijdrageplicht voor medische zorg in Italië
In deze zaak heeft eiseres, een Nederlandse vrouw die sinds 2 oktober 2020 in Italië woont, beroep ingesteld tegen een besluit van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) dat haar met terugwerkende kracht vanaf 2 oktober 2020 als verdragsgerechtigde heeft aangemerkt. Dit besluit volgde op een eerdere mededeling van het CAK waarin werd gesteld dat eiseres niet meer verdragsgerechtigd was omdat zij in Italië verplicht verzekerd zou zijn. Eiseres betwist de terugwerkende kracht van de bijdrageplicht en stelt dat zij pas vanaf 28 maart 2022 weer verdragsgerechtigd zou moeten zijn. De rechtbank heeft de zaak op 13 september 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet betwist dat zij vanaf 2 oktober 2020 verdragsgerechtigd is, maar is het niet eens met de verplichting om met terugwerkende kracht een bijdrage te betalen. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, waaronder artikel 69 van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en Verordening (EG) 883/2004, in haar beoordeling betrokken. De rechtbank concludeert dat de verplichting om een bijdrage te betalen dwingend van karakter is en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de toepassing van deze wetgeving zouden kunnen verzachten. Eiseres heeft geen recht op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van reiskosten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.